maandag 23 mei 2011

Goed, en nu?

Het is duidelijk: de gedoogcoalitie heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer weten te behalen en zal dus geheel afhankelijk zijn van anderen om het beleid door deze Kamer te loodsen. Met name de SGP komt dan in aanmerking, omdat deze al vaak de zijde van de gedoogcoalitie gekozen heeft wanneer er weer eens gestemd moest worden in de Tweede Kamer.

Nu sprong iedereen onlangs verheugd op toen leek dat de partij van de mannenbroeders des geloofs in ruil voor steun in de Volksvertegenwoordiging het uitstel van de bezuinigingen op het 'passend' onderwijs bewerkstelligd had.
Echter, volgens eigen zeggen was dit in het geheel niet aan de orde. Er was absoluut geen sprake van een deal om de leerlingen met een speciale leerbehoefte of met een beperking te ontzien, zo beweerde SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf tijdens een debat over Passend onderwijs. Het is dan ook zeer de vraag of wij blij moeten zijn met de sleutelrol die de senator Holdijk met deze verkiezingen toegewezen heeft gekregen.

Eerder schreven wij al: "De SGP heeft er telkens geen geheim van gemaakt geen tegenstander te zijn van de bezuinigingen. Zij hebben zich alleen steeds uitgesproken tegen het tempo waarin deze doorgevoerd zouden worden". Sterker: "het onderwijsveld heeft dankzij de SGP langer de tijd gekregen zich alvast in te richten op de consequenties van de bezuinigingen, die, dankzij de SGP straks in de Eerste Kamer hoe dan ook doorgang dreigen te vinden".

Of zou het nu dan toch anders zijn, omdat de bezuinigingen en het daarmee samenhangende beleid uiteindelijk zijn gebaseerd op leugens en 'halve waarheden', zoals onlangs is gebleken en al veel eerder werd verondersteld. Zou het feit dat de afbreuk van deugdelijk 'passend' onderwijs steunt op "valse getuigenissen" de senator tot nadere bezinning kunnen brengen?
En hoe staat het met de elf senatoren van CDA-huize? Eerder zagen we al tijdens het CDA-congres van 2 oktober 2010 dat veel oud-gedienden waaronder ook verschillende (oud-)senatoren stelling namen tegen niet alleen de gedoogcoalitie met de PVV maar ook de neoliberale koers van deze coalitie. Een derde van het congres onderschreef deze kritiek.
In hoeverre zijn er onder de elf ook vertegenwoordigers van deze kritische houding te vinden, senatoren die, zoals ook van hen verwacht wordt, onafhankelijk reflecteren en niet alleen de partijlijn volgen? Het blijft vooralsnog onduidelijk.

Uiteindelijk biedt de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer het onderwijsveld, en meer nog de leerlingen en hun ouders, niet de rust waarop we hoopten.
De bezuinigingen zijn nog in het geheel niet van de baan en de minister houdt, ondanks het bewijs voor ondeugdelijke berekeningen en zwaar overdreven cijfers, nog steeds vast aan haar vaste mantra "regeerakkoord is regeerakkoord" en weigert ook maar één jota van haar plannen te veranderen.
Dat dit een teken is van onbekwaam en onbehoorlijk bestuur moge óns duidelijk zijn, maar het is te hopen dat de Senaat doet waartoe het ook ooit in het leven is geroepen: het wegen van het in de Tweede Kamer vastgestelde beleid en het bezien van de merites en onjuistheden van voorgestelde wetten en maatregelen. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wetsvoorstellen of wijzigingen toch doorgang kunnen vinden, puur en alleen om politieke redenen terwijl zij in de grond niet deugen. Althans, zo was het voorheen.
Of zou het, dat nu met een gedoogcoalitie plus niet alleen de zorgzame samenleving op de vuilnishoop belandt maar ook het behoorlijk bestuur?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten