zondag 27 maart 2011

Uniform

We hebben hier op wijzijnverbijsterd al een paar maal de visie achter passend onderwijs nader onder de loep genomen. Zoals bekend is vooral Finland een gidsland bij uitstek wanneer het gaat om onderwijsvernieuwingen.
Daar is de rol van de leerkracht duidelijk anders en onlosmakelijk verbonden met het succes van passend onderwijs. Wat dat betreft zouden we kunnen stellen dat met de huidige coalitie het 'passend onderwijs' al tot mislukken gedoemd is vanwege het gebrek aan enig respect voor de expertise van de lesgevenden. Luisteren naar hen die kennis van zaken hebben is onze minister vreemd.
Maar er is wellicht nog een reden waarom 'passend onderwijs' bij voorbaat al een mislukte vernieuwing zal zijn in Nederland.

Wanneer het gaat om een definitie van 'passend onderwijs' gaat het steeds om een wat vage omschrijving.
Duidelijk is dat het gaat om maatwerk in het onderwijs, waarbij tevens zorg voor de individuele leerling wanneer dat nodig is is inbegrepen. Het hoeft dus geen speciaal onderwijs te zijn of regulier onderwijs met een rugzak, maar het betreft gewoon iedere leerling. Iedere leerling moet een optimaal onderwijs- en eventueel zorgklimaat aangepast krijgen, waarbinnen hij of zij zich optimaal kan ontplooien naar mogelijkheden, interesses, vaardigheden en kennis.
Dát is in ieder geval mijn definitie van passend onderwijs.

En uitgaande van deze definitie denk ik dat het streven naar deze vorm van onderwijs dat enkele jaren is ingezet mooi maar tegelijk onhaalbaar is.
Waarom? Omdat ten eerste de rol van de leerkracht bij de planmatige ontwikkeling van de onderwijsvernieuwing hier in Nederland gering is. Sterker: zoals ik hierboven al aangaf wordt de leerkracht op het huidige ijkpunt van de ontwikkeling van 'passend onderwijs' moedwillig in het geheel niet gehoord. Maar er is meer. Iets wat misschien nog veel dieper gaat en de idee van 'passend onderwijs' in Nederland in de grond aantast.

Leo Lenssen verdedigde onlangs zijn proefschrift "Hoe sterk is de eenzame fietser" aan de Universiteit van Tilburg. In dit proefschrift onderzoekt Lenssen de wijze waarop onderwijs invloed uitoefent op de individuele ontwikkeling van mensen. Zijn centrale vraag is in hoeverre het huidige Nederlandse onderwijs "toegankelijk" is voor de behoeften en talenten van het individu.
Volgens Lenssen houdt het onderwijs pro forma rekening met de belangen van de leerling, maar de facto zelden. Uiteindelijk dient het onderwijs de belangen van maatschappelijke partijen en is het streven naar beheersing en doelmatigheid de kern van het onderwijsbeleid. Met andere woorden: in Nederland zijn wij meer gericht op de maatschappelijke doelen en eisen in plaats van de individuele onderwijsvraag.*

Daarin ligt, denk ik, meteen het kernprobleem wanneer we kijken naar 'passend onderwijs'.

Superwoman of verpleegster?

De minister heeft een verleden als verpleegster. Dat verleden en die ervaring kan ze in de toekomst nog goed gebruiken.

De manier waarop wordt omgegaan met het onderwijs heeft echter iets weg van het syndroom Münchhausen by proxy.

Mensen die dat syndroom hebben die maken hun onderwerp van zorg (meestal hun kindje) eerst ziek, waarna ze hulp gaan zoeken om dat kindje weer beter te maken. Dat doen ze herhaaldelijk en meestal zo vaak dat het op gaat vallen en ze tegen de lamp lopen.

Wat er met het speciaal onderwijs gebeurt lijkt hier wel een beetje op. De ingreep is zo groot en dodelijk dat we allemaal weten dat er grote problemen gaan ontstaan. En je maakt ons niet wijs dat de minister dit niet ook weet.

Het scenario kunnen we wel uittekenen: eerst die 300 miljoen bezuinigen (weet je wat, we doen het nog wat sneller dan we hadden gepland, dan zijn de klappen nog groter). De scholen voor speciaal onderwijs komen in de problemen, de reguliere scholen komen in problemen, de leerlingen en de ouders komen in de problemen en dan….

Al is de training nog zo snel ....

O, u dacht dat Marja zelf 160 maal langskwam om "de nieuwe regionale indeling van samenwerkingsverbanden" te bespreken? Ook omdat "er ruimte [is] om over de impact van de bezuinigingen te spreken".
Nee hoor, natuurlijk niet, daar heeft zij het veel te druk voor en na de badeendjes in Nieuwegein heeft ze het helemaal gehad met dat onderwijsvolk.

Op dit moment worden er op het ministerie van OCW medewerkers getraind om deze 'gevoelige gesprekken' goed te voeren.
Waarschijnlijk zijn deze medewerkers al goed in staat om kinderen door te verwijzen naar regulier of speciaal onderwijs louter op hun voorkomen, maar nu moeten zij nog leren horende doof te blijven en argumenten langs zich heen te laten glijden.

Wij zijn toch erg benieuwd hoe die training in zijn werk gaat.
's Ochtends eerst de juiste terminologie verhaspelen, dan na de koffiebreak het goochelen met cijfers en voor de lunch dan ook een spoedcursus het bezigen van puntige uit leugens bestaande one-liners (waarvoor speciaal een communicatiebedrijf wordt ingehuurd, Elias Advies of zoiets).
In de middag eerst nog even wat schermen met schofferende uitingen (opnieuw met een toegepaste inleiding van Elias zelf), en de middag wordt dan besloten met een ronde drogredeneren. Na de yell "Ze mogen blij zijn dat het niet meer is" gaat iedereen om half drie naar huis.

Hoe het ook zij, duidelijk is natuurlijk dat het ministerie zich goed bewust is van de voortdurend gehanteerde halve waarheden en foutieve en verdraaide cijfers en het almaar onjuiste gebruik van de termen "passend", "speciaal" enzovoort.
Om de ambtenaren die het woord gaan voeren te wapenen tegen de argumenten tegen de bezuinigingen, de terechtwijzingen met betrekking tot cijfers en statistieken, en de feitelijke weergave van de gevolgen voor het speciaal en regulier onderwijs, zal een training echter niet voldoende zijn.
Niet omdat het een "gevoelig gesprek" zal gaan worden, maar omdat de halstarrige, leugenachtige houding van OCW, met de minister voorop, lastig te handhaven is tegenover de kennis, waarheid en integriteit van eenieder in het onderwijsveld.
Met een training sociale vaardigheden zal dat weinig veranderen.

(Lees hier het originele bericht op de site van de OnderwijsNieuwsDienst)