donderdag 3 november 2011

Ja, dúh (de arrogantie aan de macht)

U heeft het natuurlijk al gezien. Meerdere keren misschien zelfs.
Omdat u het natuurlijk bijna niet geloven wilde.
Tegelijkertijd typeert het ten volle onze huidige regering van de gedoogcoalitie VVD, CDA en PVV. Ja, we weten het, officieel doet de PVV niet echt mee, maar ondertussen is duidelijk dat Mark en de zijnen erg graag Geert te wille zijn om maar niet het pluche te verlaten.
Want dat pluche zit zo lekker en biedt de kans om even, ondanks de meest minieme meerderheid, 49% van de Nederlandse de neoliberale utopie door de strot te duwen.
En ook mevrouw Veldhuijzen-Van Zanten (u weet wel, die mevrouw wiens dubbele paspoort opeens geen probleem vormde voor Mark) laat zich daarin natuurlijk ook graag niet onbetuigd, dat is inmiddels wel gebleken.

Dat de coalitie veel maatregelen in de meeste gevallen er zonder schroom in weerwil van de kennis en ervaringen van het werkveld en anderen die weten waar ze het over hebben door heen jast, gesteund door de wetenschap dat de zogenaamde "gewetensvolle" dissidenten van met name het CDA, de billen afvegen met resoluties van het eigen congres en uiteindelijk slaafs en hypocriet meestemmen is overduidelijk. Niks dualisme dus.
En voor die andere helft van Nederland, die vraagt om bedachtzaamheid, wijsheid en aandacht voor de feiten, is het gewoon lekker puh!
Wanneer dat deel zich roert, kritiek uit en wijst om de onjuiste cijfers of halve waarheden, dan steken we gewoon onze vingers in de oren en zingen hard lalalala, zoals van Bijsterveldt, of we snoeren de criticasters gewoon de mond door bijvoorbeeld het stopzetten van subsidies.

Of, en daar konden we gisteren getuige van zijn, we illustreren onze onwil om te luisteren door daadwerkelijk met de hand de mond te snoeren van iemand, die we er alleen al van verdenken dat zij iets wil tegenwerpen, en slaan vervolgens als een verwend meisje overdreven de ogen ten hemel: ja, dúh.

Het zou lachwekkend zijn als het niet op een zeer ernstige wijze de onwil illustreert van de neoliberale kliek om af te stappen van het idee dat democratie alleen maar een kwestie is van een machtspositie van een minimale meerderheid.
André Rouvoet schreef over deze misvatting overigens een zeer aanbevelenswaardig artikel in Trouw (klik hier).

Natuurlijk betreurt Marlies haar gedrag. Tenminste, voor de bühne, want wie de beelden goed bekijkt zal moeten concluderen dat deze mevrouw eigenlijk niet veel op heeft met anderen, die niet hetzelfde denken als zij.
Dat was ons natuurlijk al duidelijk uit de maatregelen met betrekking tot de pgb, die zij ondanks berekeningen en onderzoeken die haar ongelijk aanduiden gewoon doorzet: aan patiënten, mensen met een beperking, ouderen en hun gezinnen en familie heeft zij geen boodschap.
Analoog aan die andere mevrouw die het onderwijs voor leerlingen met een beperking, of een specifieke (gedrags-)problematiek, ondanks het verweer van bonden, werkgevers, wetenschappers, leerkrachten en (nog belangrijker zelfs) de ouders, gewoon met een geveinsd vriendelijke glimlach kapot maakt.
Of gelijk een minister die, bang dat hij weer op het matje geroepen wordt bij, nee niet Mark, de minister-president, maar bij Geert, de gedoger die dankzij VVD en CDA geen vuile handen hoeft te maken, niet de geest maar de letter van de wet krampachtig blijft vasthouden ten aanzien van jonge asielzoekers die hun moedertaal al niet meer spreken en zelfs het dialect van diezelfde minister als "eigen" beschouwen.

Kortom, in het beeld van een staatssecretaris die hardhandig een rechtmatige vertegenwoordiger van de bevolking de mond snoeren wil, om vervolgens als een dreinend kind dat haar zin niet krijgt, geïrriteerd rond te kijken is de gehele neoliberale arrogantie gevat.
Een arrogantie die uiteindelijk ten koste zal gaan van de ontwikkeling, de zelfstandigheid en de eigenwaarde van heel veel wat minder door het leven verwende mensen.