zaterdag 21 mei 2011

Rapport ECPO onbarmhartig tegen de minister

Tja, het moet er een keer van komen. We hebben al een paar dagen het rapport van de ECPO in huis, en we zijn onthutst.
De ECPO, u weet wel de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs, ingesteld door de minister van OCW om haar te adviseren bij de invoering van passend onderwijs.
De ECPO heeft al eerder advies gegeven aan de minister, maar in mei 2011 (zeg maar vorige week) is het laatste advies gepresenteerd.

Het rapport heet; "Advies; aanbevelingen bij het wetsvoorstel passend onderwijs".
Het is een openbaar advies, en wij van wijzijnverbijsterd kunnen ons voorstellen dat de minister hier ongelooflijk de pest over in heeft. Ze komt er namelijk (voorzichtig gezegd) niet al te best vanaf in dit rapport.

In deze bijdrage zullen we alleen de, door de voorzitter ondertekende, bijgaande brief onder de loep nemen. In een latere bijdrage zullen we dieper op het rapport zelf ingaan.

"Mevrouw de minister", dat is het begin van de brief, en als eerst wordt gesteld dat de verantwoordelijkheid voor dit advies enkel en alleen bij de ECPO rust.
Kijk, dat zijn nou ballen. Ook al hebben ze met allerlei mensen gepraat, ze zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud. Daar kan Marja met haar inspectorale rookgordijn nog wat van leren.

In de brief worden allereerst drie winstpunten genoemd van het wetsontwerp passend onderwijs. Dat klinkt lekker en begint dus positief.
De ECPO vindt het goed dat er zicht is op de koers die het kabinet wil varen, dat de compartimentering van de zorg wordt doorbroken en dat er minder financiële prikkels zullen overblijven die aanleiding kunnen geven tot strategisch ongewenst gedrag. (Deze laatste snappen we niet zo goed, of heeft de ECPO misschien die VMBO-docent gesproken die even de leerlingen een rugzak adviseerde, is dat dan "strategisch ongewenst gedrag" ?)
Dat was het dan wel zo'n beetje , het positieve dan. Dat zijn dus ... drie positieve punten. De ECPO heeft er wel een beetje naar moeten zoeken, maar het zijn er drie.

Vervolgens zegt de ECPO in haar brief dat "daar tegenover staat dat het wetsvoorstel ook een reeks vragen oproept". En dat zijn er om te beginnen veertien (14)!
Veertien vragen dus, die niet gaan over of Marja koffie of thee drinkt, en ook niet of dat ze een trui of een vest aan wil als het koud is. Nee, het gaat om zeer basale, indringende vragen over het wetsvoorstel.

Zo worden bijvoorbeeld deze vragen gesteld:
  1. De onduidelijkheid rondom het begrip "zorgplicht"
    "CHAKKAA" zouden wij willen zeggen. Ze pakken direct een belangrijk probleem aan, dat gaat over de definitie van de kern van passend onderwijs. Die is voor ons onduidelijk, maar dat oordeel heeft de ECPO ook.
  2. De verantwoordelijkheid van de nieuwe samenwerkingsverbanden ten aanzien van scholen en ouders
    "Goh, ja?" zeggen wij dan. Dat roepen wij al weken, maar zoals Louis van Gaal zei: "Ben ik nou zo slim....". Het is duidelijk dat ouders in de nieuwe plannen geen rechten hebben, en dat kan en mag dus gewoon niet.
  3. Het discutabele karakter van het werken met een zgn. "ontwikkelingsprofiel"
    Een heel belangrijk nieuw begrip in het wetsontwerp, maar voor de ECPO is er dus aanleiding om er een groot vraagteken bij te zetten. Dit komt natuurlijk doordat Marja en haar trawanten het te weinig hebben doordacht, en dat krijg je zo maar als een boemerang terug.
  4. Het risico van verdamping van de op dit moment in en om het speciaal onderwijs aanwezige expertise.
    Jeetje, daar zal Ton met de bon ton zich wel over aangesproken voelen. Die heeft het personeel in de scholen voor speciaal onderwijs meerdere malen weggezet als een stelletje incompetente hobbyisten. Dat een commissie met mensen die er wel wat vanaf weten het over de expertise heeft die in en om de scholen aanwezig is, zal hem steken, maar wij vinden de opmerking natuurlijk volledig terecht.
  5. De onduidelijke positie en functie van het zogenaamde referentiekader
    Het wordt subtiel gesteld, maar dat de ECPO spreekt over het zogenaamde referentiekader zegt eigenlijk meer dan de opmerking zelf. Het lijkt alsof ze het, net als wij, een nutteloos en inhoudsloos begrip vinden, dat geen enkele functie heeft en niets toevoegt.
  6. Het tempo waarin de veranderingen moeten worden doorgevoerd
    Kijk, dat is een blijk van inzicht. Maar ook een open deur, omdat het vanaf het begin voor iedereen duidelijk is, dat deze minister een trein op de rails heeft gezet die ze niet zelf kan besturen, en dat is kwalijk.

In de brief (HIER TE LEZEN) staat nog een aantal opmerkingen maar vervolgens geeft de ECPO een flinke mep op de vingers van de minister.

De ECPO zegt namelijk: "Een groot deel van deze vragen hangt samen met factoren die de ECPO reeds in eerdere adviezen heeft geformuleerd:
  • het ontbreken van concrete inhoudelijke doelen,
  • de afwezigheid van een duidelijk regie,
  • het ontbreken van (positieve) resultaten van (voortijdig beeindigde) experimenten en
  • het (te) krappe tijdpad.
En dan als laatste: "een vijfde, relatief nieuwe factor betreft het samengaan van een ingrijpende stelselwijziging met een forse bezuiniging. Deze ongelukkige combinatie van maatregelen zal het extra lastig maken om het voorgenomen beleid te implementeren".

Als slot van de brief stelt de voorzitter: "De ECPO wil daarom wel waarschuwen voor al te hoge verwachtingen ten aanzien van de effecten die dit wetsvoorstel met deze inhoud en in de huidige omstandigheden zal bewerkstelligen met name voor de leerlingen die zijn aangewezen op extra ondersteuning".

Daarna zegt hij ook:"Het denken over passend onderwijs is nog zo in beweging dat (...) consolidering nog niet gewenst is." Daarom adviseert de ECPO uiteindelijk een INTERIMWET, en niet een gewone wet.

Het is, en daar ben ik mee begonnen, onthutsend hoe de ECPO in nette bewoordingen bevestigt wat wij al vanaf 1 februari roepen. De ECPO bevestigt aan alle kanten, op alle fronten en op alle manieren dat de minister een heilloze weg volgt met het doorduwen van dit wetsvoorstel.
Het legt pijnlijk de vinger op de zere plek: er zit een aantal onduidelijke, ondoordachte, zelfs zwakke en kwalijke aspecten in het wetsvoorstel.
Wij zeggen al vanaf het begin: Bezuinigingen NEE, en Passend onderwijs, JA MAAR, omdat er nog veel over te zeggen valt.

Daarom de vraag van deze week aan de minister: "Mevrouw de minister, heeft u het rapport van de ECPO al gelezen?" (AU)