zaterdag 26 november 2011

Van de bond KBO

We hadden het zelf zo kunnen verwoorden, de zorg van de bonden over invoering van het passend onderwijs, over de plek van het Speciaal Onderwijs en de onderlinge verhoudingen.

De spanning stijgt zo vlak voor het doorzenden van de nieuwe wet Passend Onderwijs aan de Tweede Kamer. Ondanks de voortvarende aanpak van ambtenaren van het ministerie is er nog geen wet en is het inrichten van nieuwe samenwerkingsverbanden afhankelijk van aanname in beide Kamers van de Staten Generaal. Pas dan kan het regiobestuur nieuwe stijl worden ingericht. Bij veel organisaties is tot op heden de focus vooral gericht op het voorkomen of afzwakken van de bezuinigingen. Ook de besturenorganisaties voor katholiek onderwijs hebben hun afkeer uitgesproken en aangedrongen op het inzetten van de prestatiebeloning voor veranderingen bij onderwijs aan zorgleerlingen. Dat doet niets af aan het feit dat wij actief proberen om ook inhoudelijk een herinrichting van zorgonderwijs te beïnvloeden.

Op basis van de vele gesprekken tussen en met de leden van beide bonden zijn de hoofdpunten van zorg over de opzet van de nieuwe wet:

Schoolbesturen moeten zelf de vrijheid hebben haar extra zorg in te richten.
Scholen of afdelingen moeten zelf kunnen aangeven welke zorg zij verstrekken (zorgroute en zorgplan) en zelfstandig kunnen besluiten welk netwerk van doorverwijzing daarbij past. Dit doet niets af aan de zorgplicht van een schoolbestuur en de ketenverantwoordelijkheid in de eigen omgeving (1).

Het speciaal onderwijs voor clusters 1,2 en 3 dient niet afhankelijk te zijn van het overig onderwijs.
We steunen de invoering van budgetfinanciering, maar niet zoals deze nu wordt voorgesteld . Veel verantwoordelijkheid kun je nemen bij een zorgbudget, als je school of scholen voldoende volume hebben om slingerbewegingen in zorgbehoefte te verdelen. Zo'n afhankelijkheid is moeilijk te realiseren voor het speciaal onderwijs. Dit onderwijs moet je niet afhankelijk maken van het regulier onderwijs. We hebben in april en juni bij de Tweede Kamer gepleit voor een eigen positie van dit onderwijs en een meer risicogerichte verantwoordelijkheid dan het regulier onderwijs in samenspraak met de overheid. Onze oproep is: houd dit onderwijs apart. Laat de overheid financieel bijspringen als zich daar problemen voordoen en laat dat niet aan de regio.

De rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van zowel het speciaal- als het regulier onderwijs mag niet in het geding komen.
We hebben ons uitgesproken tegen het overhevelen van alle zorgmiddelen (inclusief LWOO en PRO in het voortgezet onderwijs) naar een regionaal zorgbudget. Een belangrijk bijkomend argument is onze verwachting dat er verschillende ontwikkeltempo’s zullen plaatsvinden bij het inrichten van zorgroutes in scholen. Scholen die inclusief of exclusief onderwijs geven en allemaal preventief meer zorgleerlingen gaan opvangen. Daarbij komt, dat de verschillen tussen de regio’s groot zijn bij de invulling van bestaande lesplaatsen voor exclusief onderwijs. Het gevolg is dat naar verwachting in bepaalde regio’s het beroep, dat wordt gedaan op speciale voorzieningen en extra ondersteuning, onverminderd groot zal zijn. De meeruitgaven boven het landelijk gemiddelde worden straks automatisch ingehouden op het regulier onderwijs. We hebben de Raad van State geadviseerd om in haar advies te betrekken het zevende lid van art. 23 van de Grondwet, dat stelt dat scholen naar dezelfde maatstaf worden bekostigd. De basisbekostiging van het individuele schoolbestuur wordt bij de nieuwe wet afhankelijk van de besluitvorming over meerkosten boven het landelijk gemiddelde van het regionale samenwerkingsverband. Dit is wettelijk onjuist, de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van leerlingen in het regulier onderwijs komt in het geding.

De besluitvorming en eigen keuzes in het regulier onderwijs mogen niet afhankelijk worden van de ‘massa’ in het regiobestuur.
Een ander gevolg waar wij bij de Raad van State aandacht voor hebben gevraagd is de afhankelijkheid van het individuele schoolbestuur van het regiobestuur. In het regiobestuur kiest men immers welke extra zorgmiddelen naar individuele scholen gaan. De keuze voor het eigen zorgplan en zorgroute van een school is afhankelijk van deze extra zorgmiddelen. De keuzevrijheid wordt hiermee afhankelijk van de besluitvorming van het totale aantal schoolbesturen in het regiobestuur. Blijkbaar is de keuze voor welk onderwijs en extra zorg het beste past bij de eigen school niet meer een zaak van die school en haar omgeving.

Er dreigt nu een wet ingevoerd te worden waarvan de uiteindelijke inrichting in de eigen omgeving onduidelijk is. Immers missen we een proefondervindelijke zekerheid welk onderwijs uiteindelijk het beste past. Is het experimentele karakter gerechtvaardigd als het gevolg is, dat ook het zorgonderwijs moet lijden onder nieuwe prestatieafspraken (maximale budgetten), ook voor de meest kwetsbaren: de zorgleerlingen?

Marja, terug in je ho(e)k

Je hoort of ziet haar op het moment heel weinig. Het is voor ons de stilte voor de orkaan, want binnenkort komt het wetsontwerp "passend onderwijs" opeens uit de hoge hoed getoverd.
Maar als ze er is, "onze minister", oftewel tante Marja, dan is ze er ook echt. Dan is ze bovendien zo ongehoord onbeschaamd aanwezig, dat is niet te filmen.

Neem nou deze:

HILVERSUM - Minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs roept ouders op meer prioriteit aan hun gezin en aan hun kinderen te geven ."Een kind is geen project dat je erbij doet. Een kind, een baan, het leven is net een ontbijtbuffet. Je zou van alle gangen willen nemen, maar je moet kiezen.”
Lees het hele artikel HIER

Behalve als je een kind met een handicap hebt. Dat vergeet ze er bij te zeggen. Als je namelijk een kind met een handicap hebt, dan KAN je daar de prioriteit niet meer bij leggen.
Weet je nog? Bezuinigingen speciaal onderwijs, afschaffen PGB, opdoeken sociale werkplaatsen, en ga zo maar door.
Er valt niks meer te kiezen, en het buffet is leeg. De koek is op, en de schalen zijn afgeserveerd.

Het toppunt van hypocriet, en dat als minister van het CDA.
Ga je schamen in een hoekje, en blijf daar.