zaterdag 14 mei 2011

Samenwerkings-druk-verbandjes?

Ondertussen is nog steeds niet duidelijk hoe de minister nou de discrepantie tussen het uitstel van de bezuinigingen aan de ene kant en de invoering van de wet passend onderwijs aan de andere kant gaat opvangen.
Het één gaat niet met het ander, maar het één (uitstel) gaat ook niet zonder het ander (later invoeren van de wet).

Er schijnt in juni een brief over te komen.
Wetende hoe Marja werkt, ligt die brief al lang klaar (zeg maar gedateerd op 16 mei of zo) en komt hij later tevoorschijn.
In het land zijn de 160 bijeenkomsten gaande die de minister heeft georganiseerd.
De doelstelling van die gesprekken is niet geheel duidelijk. De hakkelende en twijfelende ambtenaren die deze voorstellingen leiden werken hier nou ook niet direct aan mee.
De regio-indeling van de nieuwe samenwerkingsverbanden komt steevast aan bod, en er wordt ook gevraagd naar "hoe de aanwezigen de bezuinigingen hebben ervaren".
Je wordt als aanwezige op dat moment geacht om je tas open te trekken, je meegebrachte geitenwollen sokken te pakken en deze aan te trekken.
Het is duidelijk dat de toon in de bijeenkomsten na de aankondiging van het uitstel wat milder is geworden, maar de ambtenaren geven steevast aan: "het is een keuze van de politiek, en onze minister wil gewoon 300 miljoen bezuinigen".

In een bijeenkomst afgelopen maandag zei een van de aanwezige ambtenaren wel, dat het niet meer zo duidelijk is of de 300 miljoen ook gehaald gaat worden op de eerder voorgestelde manier. "Het bedrag zou ook best een andere invulling kunnen krijgen".
Het gaat heel veel over de nieuw te vormen samenwerkingsverbanden. Deze samenwerkingsverbanden "passend onderwijs" worden de komende periode gevormd. Er lijkt iets van inspraak aan ten grondslag te liggen, maar het ministerie lijkt de keuzes allang bepaald te hebben.

Op dit moment zijn er 3 soorten samenwerkingsverbanden:
  • Weer Samen Naar School (WSNS)-verbanden
  • Voortgezet onderwijs (VO)-verbanden en
  • Speciaal onderwijs (regionale expertise centra)- verbanden, verdeeld over de 4 clusters.
In de toekomst ontstaan er 2 soorten samenwerkingsverbanden:
  • Samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO met basisonderwijs en speciaal onderwijs
  • Samenwerkingsverbanden passend onderwijs VO met voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

De REC's, de regionale expertisecentra worden feitelijk opgenomen in de bestaande samenwerkingsverbanden ... Oh NEEE ... was dat nou maar zo, dan was het leven een stuk simpeler. Er zijn namelijk in het land heel veel goed werkende WSNS-samenwerkingverbanden en VO-samenwerkingsverbanden. Die bestaan al 20 jaar en doen wat ze moeten doen.

Nu komt het ministerie weer om de hoek kijken. Waar schaalvergroting overal in het onderwijs al weer wordt achterhaald hebben ze op het ministerie bedacht, dat er minder maar grotere verbanden moeten ontstaan. Het Voortgezet onderwijs blijkt al uit grotere bestanden te bestaan, dus ze doen er alles aan om het veld ervan te overtuigen dat de regio's van het VO bepalend moeten worden voor het Primair onderwijs.
Hier zit in het Primair onderwijs echter geen hond op te wachten.
Vaak zijn er nu samenwerkingsverbanden met zo'n 15.000 of 20.000 leerlingen, en door de voorgestelde schaalvergroting ga je naar verbanden met zo maar DRIE keer zoveel leerlingen (50-60.000).
Gevolg: alles opnieuw uitvinden, alles opnieuw ontwikkelen, overal nieuwe lijnen laten ontstaan en ga maar door.

Volgens de de Algemene Vereniging Schoolleiders in het primair-, voortgezet- en speciaal onderwijs (AVS) is de argumentatie voor de nieuwe samenwerkingsverbanden niet steekhoudend.
Het ministerie noemt bijvoorbeeld de draagkracht voor de zorgleerlingen; die zou in een groter verband beter en makkelijk zijn.
Echter: een kleiner verband heeft weliswaar minder zorggelden, maar ook minder zorgleerlingen.
Wij van wijzijnverbijsterd snappen dat als een verband kleiner wordt, alles in verhouding kleiner wordt. De minister snapt dit nog niet.

Een volgend argument, dat wordt gebruikt is de afstemming met gemeenten. Het is niet raar om de grenzen van samenwerkingsverbanden gelijk te laten lopen met gemeentegrenzen. Het is echter geen argument voor schaalvergroting, zoals het ministerie zegt. Daar zit geen enkele logica in.

Tenslotte is een door het ministerie gebruikt argument de noodzaak om speciaal onderwijs in ieder samenwerkingsverband te hebben. De regelgeving over de financiering staat echter al vast en is gelijk aan hoe dat momenteel in WSNS is geregeld door overdracht via DUO.
De plaats van het speciaal onderwijs is daardoor volstrekt irrelevant.

Er lijken dus geen argumenten over te zijn voor grote samenwerkingsverbanden.
Wat is dan wel de dringende reden tot de voorgestelde schaalvergroting? Wij weten het niet.

In juni zal blijken of de ambtenaren naar het veld hebben geluisterd. Als ze niet hebben geluisterd, dan krijgen we reuze-verbanden, maar dan moet er heel veel gebeuren. Zo veel, dat het wel eens knellend zou kunnen worden. Is er dan alsnog een druk-verbandje nodig?

Marja, luister naar het veld, en wees nou eens niet zo eigenwijs. En vooral: gebruik de juiste argumenten en ... ja, ja ... de juiste cijfers.

1 opmerking:

  1. Omdat de samenwerkingsverbanden al enkele jaren weten dat passend onderwijs eraan zit te komen is er al zoveel moois ontstaan, zoals 1-zorgroute, handelingsgericht werken, CLB, enz. Marja, ga nou eerst het vak gewoon leren, voordat alles kapot gemaakt wordt en het hele onderwijsveld lamgeslagen en murw gemaakt is. Misschien kan Jeroen vd Boom eens langs gaan bij Marja met de vraag wat CLB is; ik denk dat ze van deze afkorting nog nooit gehoord heeft. De IBer die dit schrijft heeft heel wat studie-uren besteed aan het zich eigen maken van de 1-zorgroute en zal dus weer opnieuw kunnen beginnen met bijscholen als Marja klaar is met het kapot maken van expertise, zucht.........

    BeantwoordenVerwijderen